“Bescheidenheid siert de mens”. Wie kent die uitspraak niet? Het wordt als iets positiefs gezien in onze cultuur. “Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.”
Ik heb daar een andere visie op en noem het ook wel: ‘het omgekeerde ego’. En ik ervaar het ook wel eens als belemmerend. Hoewel in sommige situaties gepast, vind ik bescheidenheid ook betrekkelijk. Als je je bij voorkeur bescheiden opstelt, kun je anderen daarmee namelijk ook te kort doen. Simpelweg omdat je dan niet de beste versie van jezelf laat zien.
Het heeft iets te maken met zichtbaar durven zijn. Of anders gezegd: ‘profileren’. Niet te verwarren met arrogantie, want dat is overschreeuwen en het andere uiterste. Ook als gevolg van te weinig zelfvertrouwen, maar dat is niet waar ik in deze blog over wil schrijven.
Terug naar het omgekeerde ego. Want er valt me nog meer op. Iemand met het omgekeerde ego ontvangt het leven ook heel moeilijk. Bijvoorbeeld een compliment.
Onlangs nog kreeg ik een compliment van iemand voor wie ik veel werk had gedaan. Op het moment dat hij me een compliment gaf voor mijn inzet, nam ik deze niet in ontvangst. Integendeel, ik begon te vertellen hoeveel tijd het me gekost had om dit voor hem te maken. Pffff….! Waarop ik zijn wenkbrauw omhoog zag gaan en me besefte dat ik dit de volgende keer anders zou doen.
Ontzettend jammer, want zo onderbreek je de stroom van geven en nemen tussen mensen. Circulatie houdt het juist levend en vitaal. Geven houdt automatisch ook ontvangen in. Ontvangen houdt automatisch ook geven in. Om dit in balans te houden kun je dus niet alleen maar geven en een beetje ontvangen, of andersom natuurlijk.
Ook ik ben besmet met het omgekeerde ego. Een hardnekkig virus vind ik het. En het zoekt ook altijd naar bevestiging. “Doe ik het wel goed? Zie je dan niet hoe hard ik m’n best gedaan heb?”
Ik vraag me dan ook af waar dit vandaan komt. Een aantal jaar geleden volgde ik een training ‘persoonlijk leiderschap’. Deze training deed me inzien dat je als volwassene één of meerdere patronen aanneemt, die voortkomt uit hoe je je als kind opstelde in je gezin van herkomst. Grofweg zijn er drie patronen: 1) de vechter, 2) de vluchter en 3) de verbinder.
Het patroon dat ik gekozen heb, is die van de verbinder. En daarmee hoef ik niet zo nodig op de voorgrond. Ik help liever anderen om te zorgen dat alles goed verloopt. Dit maakt ook dat ik het moeilijk vind om ruimte in te nemen en mezelf echt te laten zien. Laat staan dat ik mijn eigen wensen en behoeften goed ken, én zorg dat ik mezelf hierin voorzie, of in voorzien word.
Overigens is het ook een kwaliteit van een verbinder dat deze zorgt dat alles (voor anderen) goed verloopt. Je kunt je je er in de maatschappij heel nuttig mee maken. Ik denk dat ik daar een goed rapportcijfer voor zou kunnen krijgen.
Een half jaar geleden deed ik een oefening tijdens een andere training. Na afloop trok mijn tegenspeelster de volgende conclusie over mij: “Ik denk dat jij de behoefte van een ander heel goed in kunt schatten.” Ze kende me nog niet zo lang, maar ze had wel mensenkennis. Raak!
Zie hier ook een kwaliteit van een verbinder: inschatten wat nodig is en anderen helpen.
Als het dan toch mijn kwaliteit is, wil ik ook een goede helper zijn. Als helper moet je richting kunnen geven én moet je je ook bescheiden op kunnen stellen, omdat de ander zijn eigen pad mag bewandelen. Dus als het nodig is ook een stapje terug kunnen doen, om de ander de ruimte te geven zijn eigen inzichten en ervaringen op te doen.
Ik hoorde eens een hele mooie vergelijking: “Wees een Sherpa!”. Sherpa’s wonen in de bergdalen in Nepal en zijn bekend om hun verdiensten voor het alpinisme als: berggids, voorklimmer en drager.
Nou, drager zijn lijkt me dan ook niet zo moeilijk.
Maar nu komt het!
Je kunt pas echt iemand helpen als je jezelf kunt helpen. Oei! Ruimte durven innemen (berggids), zichtbaar durven zijn (voorklimmer) horen daar dus ook allemaal bij!
Immers, je kunt je kennis en/of ervaringen pas overdragen, als je het zelf ervaren hebt. Met andere woorden: als je je eigen wensen en behoefte niet goed kent, kun je onmogelijk een goede berggids en voorklimmer zijn.
Ik realiseer me heel goed dat mij wat te doen staat (en ik ben er al aan begonnen) als ik anderen écht goed wil kunnen helpen. Ik haal mijn inspiratie dan ook uit mensen die goed voor zichzelf kunnen zorgen. Zij die geen enkele moeite lijken te hebben met het innemen van ruimte en zichtbaar durven zijn.
Volgens mij denken zij anders en hebben zij het lef om groot te denken. En ik denk dat dat ze ook ver kan brengen. Een timide houding aannemen, is jezelf van mindere waarde schatten. Een verspilling van je talent. Onnodig overigens, want we zijn hier allemaal met een bedoeling.
En wat zou er gebeuren als ik mezelf beter zou profileren? Het zou zowel voor mij als mijn omgeving meer plezier opleveren als ik besluit de hoogste versie van mezelf te laten zien. Ik ben MEER mezelf én ik kan er een betere helper door worden, die zijn omgeving ‘verrijkt’.
Daarvoor moet ik antwoord vinden op de vraag: “Wat is de hoogste versie van mezelf?” (lees: wie ben ik in de rol als berggids of voorklimmer?)
Hmmm, lastige vraag. Ik weet niet eens hoe die hoogste versie van mezelf eruit ziet.
Typisch iets voor iemand met een omgekeerd ego. (-;
PS. En wie ben jij in de rol als berggids, voorklimmer of drager? Welke rol zou je mogen vergroten?